Betreft: Overdracht van bij Belgische pensioenregelingen
verworven pensioenrechten – additionele informatie
Ten gevolge van de wijziging, door de wet van 10 februari 2003, van het
Belgisch recht inzake de overdracht van bij Belgische pensioenregelingen
verworven pensioenrechten naar het communautaire stelsel, heeft de
Commissie talrijke verzoeken, klachten en verzoeken om bijstand van
ambtenaren of tijdelijke functionarissen behandeld. Bij besluit van 10
juni 2005, verzonden per e-mail op 14 juni 2005, heeft het tot aanstelling
bevoegde gezag al deze verzoeken, klachten en verzoeken om bijstand
beantwoord.
Deze problematiek kwam reeds in verscheidene administratieve
kennisgevingen aan bod, gepubliceerd op 19 juli 2005 (nr.
58-2005), op 2 september 2005 (nr.
65-2005) en op 3 maart 2006 (nr. 14-2006).
Intussen heeft het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie op 31
mei 2006 op dit gebied een eerste beschikking gegeven, in de zaak
F-91/05 (Jacques Frankin en 482 andere ambtenaren of tijdelijke
functionarissen / Commissie). Deze zaak had als voorwerp de
nietigverklaring van het stilzwijgend genomen besluit van de Commissie
houdende weigering om verzoekers bijstand te verlenen op grond van artikel
24 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen,
alsook de vergoeding van de schade die verzoekers huns inziens door die
weigering hebben geleden.
Het Gerecht heeft zich in zijn beschikking niet uitgesproken over de grond
van de zaak, maar het beroep niet-ontvankelijk verklaard op basis van een
procedurekwestie. De verzoekers hadden immers geen verzoek om bijstand
gericht aan de Commissie. Zo heeft het Gerecht bevestigd dat de Commissie
niet verplicht was om op eigen initiatief een bijstandsmaatregel te nemen
zonder dat de betrokkenen daarom hadden verzocht.
Een andere zaak (F-3/06) betreffende het uitdrukkelijke besluit van de
Commissie van 10 juni 2005 houdende weigering om verzoekers bijstand te
verlenen op grond van artikel 24 van het Statuut, is bij het Gerecht voor
ambtenarenzaken aanhangig.
Wat de gevolgen van deze laatste zaak betreft, blijft de in
administratieve kennisgeving nr. 65-2005 opgenomen verbintenis geldig:
Teneinde een groeiend aantal soortgelijke klachten en beroepen te
vermijden, heeft het tot aanstelling bevoegde gezag zich verplicht, in het
geval het Gerecht gelijk geeft aan de eisers in het beroep, de verzoeken
van alle ambtenaren die een belang kunnen bewijzen in de toepassing van de
rechtspraak van het Gerecht in deze kwestie, te onderzoeken in het licht
van het desbetreffende arrest.
De Administratie zal het personeel op de hoogte houden van de
ontwikkelingen in deze zaak, met name de uitkomst van de gerechtelijke
procedure.
|