Informations Administratives
12.03.1999
Spécial
INTERINSTUTIONS, TOUS LIEUX D'AFFECTATION + PENSIONNES
Sommaire  

OVERDRACHT VAN DE AFKOOPSOM VAN DE PENSIOENRECHTEN VAN EN NAAR OOSTENRIJKSE PENSIOENFONDSEN
(ASVG, GSVG, BSVG en stelsel van het openbaar ambt)



  1. OVERDRACHT VAN DE AFKOOPSOM VAN BIJ OOSTENRIJKSE PENSIOENFONDSEN VERWORVEN PENSIOENRECHTEN NAAR DE COMMUNAUTAIRE PENSIOENREGELING, OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 11, LEDEN 2 EN 3, VAN BIJLAGE VIII VAN HET STATUUT

    Ambtenaren en tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder a), c) en d) van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen (RAP), die in Oostenrijk pensioenrechten hebben verworven bij het algemene socialezekerheidsstelsel (ASVG), de sociale verzekeringssystemen voor zelfstandigen (GSVG, BSVG) en het pensioenstelsel van het openbaar ambt, worden ervan in kennis gesteld dat zij voortaan hun pensioenrechten naar de communautaire regeling kunnen overdragen.

    1. Ambtenaren en tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder a), c) en d) van voornoemde regeling, die in dienst treden van de Gemeenschappen na de dienst bij een overheidsorgaan, een nationale organisatie of een onderneming te hebben beëindigd en die uit hoofde daarvan pensioenrechten bij het ASVG, GSVG, BSVG of het pensioenstelsel van het openbaar ambt hebben verworven, kunnen verzoeken om de afkoopsom van deze pensioenrechten naar de communautaire pensioenregeling te laten overdragen.

    2. Krachtens de algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 11, lid 2, van bijlage VIII van het Statuut, die werden gepubliceerd in Mededelingen van de administratie nr. 789 van 16 april 1993, moet het verzoek schriftelijk worden ingediend bij de instelling van de Gemeenschappen waartoe zij behoren, met behulp van het aanvraagformulier dat in deze mededeling is opgenomen (bijlage 1):

      1. voor ambtenaren:

        binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de aanstelling in vaste dienst of de datum van herplaatsing na afloop van een verlof om redenen van persoonlijke aard of een detachering (artikel 11, lid 3, van bijlage VIII van het Statuut);

      2. voor tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder a), c) en d) van de RAP:

        binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de tijdelijke functionaris de statutaire voorwaarden vervult om aanspraak te kunnen maken op het communautaire ouderdomspensioen (artikel 77 van het Statuut).

        Dit verzoek moet bij de administratie van de Gemeenschappen zijn geregistreerd vóór het verstrijken van de respectieve termijn. Verzoeken die na het verstrijken van deze termijn zijn ingediend, worden niet meer in aanmerking genomen, tenzij de vertraging een gevolg is van uitzonderlijke omstandigheden die niet aan het betrokken personeelslid kunnen worden toegeschreven.

  2. OVERDRACHT VAN BIJ DE COMMUNAUTAIRE PENSIOENREGELING VERWORVEN PENSIOENRECHTEN NAAR HET OOSTENRIJKSE ALGEMENE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSEL (ASVG), OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 11, LID 1, VAN BIJLAGE VIII VAN HET STATUUT

    Ambtenaren en tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder a), c) en d) van de RAP die de dienst bij de Europese Gemeenschappen hebben beëindigd en bij een Oostenrijks socialezekerheidsstelsel aansluiten, kunnen voortaan de pensioenrechten die zij bij de communautaire pensioenregeling hebben verworven overdragen naar de Pensionsversicherungsanstalt für Angestellte (ASVG).

    Overeenkomstig artikel 12, lid 2, van het EU-Beamten-Sozialversicherungsgesetz - EUB-SVG, moet het verzoek schriftelijk bij de instelling van de Gemeenschappen waartoe de betrokkene heeft behoord, worden ingediend binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de betrokkene de dienst bij de Europese Gemeenschappen heeft beëindigd.

    Verzoeken die na het verstrijken van deze termijn zijn ingediend, worden niet meer in aanmerking genomen, tenzij de vertraging een gevolg is van uitzonderlijke omstandigheden die niet aan de betrokkene kunnen worden toegeschreven.

  3. OVERGANGSMAATREGELEN

    1. Voor:

      • de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en

      • de tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen die de statutaire voorwaarden vervullen om aanspraak te kunnen maken op een communautair ouderdomspensioen (artikel 77 van het Statuut),

        die bij de bekendmaking van deze mededeling reeds in dienst waren van één van de communautaire instellingen en

      • de personeelsleden die bij de bekendmaking van deze mededeling in Oostenrijk reeds bij een pensioenstelsel zijn aangesloten,

        of

      • de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen alsmede de personen die bij een Oostenrijks pensioenstelsel zijn aangesloten die voor de bekendmaking van deze mededeling reeds in het genot waren van een pensioen,

      EN DIE DOOR HET ONTBREKEN VAN EEN OVEREENKOMST MET DE BETROKKEN PENSIOENREGELING HUN RECHT OP OVERDRACHT VAN HUN PENSIOENRECHTEN NOG NIET HEBBEN KUNNEN UITOEFENEN,

      moeten het verzoek
      schriftelijk bij de administratie van de Gemeenschappen indienen
      BINNEN EEN TERMIJN VAN ZES MAANDEN, TE REKENEN VANAF DE DATUM VAN BEKENDMAKING VAN DEZE MEDEDELING.


    2. De tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder a), c) en d) van de RAP die bij de bekendmaking van deze mededeling reeds in dienst zijn van de Gemeenschappen, doch nog niet voldoen aan de statutaire voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een communautair ouderdomspensioen (artikel 77 van het Statuut),

      MOETEN HUN VERZOEK INDIENEN BINNEN EEN TERMIJN VAN ZES MAANDEN, TE REKENEN VANAF HET TIJDSTIP WAAROP ZIJ AAN DEZE VOORWAARDEN VOLDOEN.

    3. Dit verzoek moet bij de administratie van de Gemeenschappen zijn geregistreerd voor het verstrijken van de respectieve termijn. Verzoeken die na het verstrijken van deze termijn zijn ingediend, worden niet meer in aanmerking genomen, tenzij de vertraging een gevolg is van uitzonderlijke omstandigheden die niet aan het betrokken personeelslid kunnen worden toegeschreven.

    4. Ingeval het betrokken personeelslid vóór de bekendmaking van deze mededeling is overleden of binnen de daarop volgende zes maanden overlijdt, gelden deze overgangsbepalingen eveneens met betrekking tot het overlevingspensioen van zijn rechtverkrijgenden.


  4. ALGEMENE OPMERKINGEN

    Overdracht overeenkomstig artikel 11, leden 2 en 3, van bijlage VIII van het Statuut


    1. De indiening van het verzoek brengt in dit stadium geenszins de verplichting mee om de pensioenrechten over te dragen. De uiteindelijke beslissing ligt bij de betrokkene op het ogenblik dat hij van de administratie van de Gemeenschappen het voorstel ontvangt betreffende de toekenning van het aantal pensioenjaren waarop de overdracht recht kan geven.

    2. De betrokkenen wordt erop gewezen dat zij, alvorens een verzoek tot overdracht in te dienen, aandacht moeten besteden aan de volgende punten:

      1. Luidens de thans van kracht zijnde statutaire bepalingen kan het ouderdomspensioen bij de Gemeenschappen niet meer bedragen dan 70 % van het laatste basissalaris. Een eventuele overdracht mag er bijgevolg niet toe leiden dat dit percentage wordt overschreden.

      2. Aangezien weduwnaren/weduwen en wezen een minimumpensioen van de Gemeenschappen wordt gewaarborgd, is het mogelijk dat een eventuele overdracht van pensioenrechten niet interessant is. Deze categorieën van personen wordt verzocht om voordat zij een definitieve beslissing nemen in verband met de overdracht van pensioenrechten, contact op te nemen met de administratie van de Gemeenschappen.

      3. De toekenning van pensioenjaren ingevolge de overdracht van pensioenrechten is niet van invloed op de berekening van de tien dienstjaren die moeten zijn vervuld om aanspraak te kunnen maken op een ouderdomspensioen van de Gemeenschappen (artikel 77 van het Statuut).

      4. Alleen de pensioenrechten die zijn verworven vóór de indiensttreding bij de Europese Gemeenschappen, en de rechten die eventueel tijdens perioden van verlof om persoonlijke redenen of detachering zijn verworven, kunnen in aanmerking komen voor overdracht.

      5. Indien er verschillende rechthebbenden zijn, kan het verzoek alleen in aanmerking geworden genomen als het gedateerd en ondertekend is door alle rechthebbenden.

      6. Het verzoek kan niet meer worden ingetrokken wanneer de betrokkene het voorstel van de administratie van de Gemeenschappen betreffende het aantal toe te kennen pensioenjaren schriftelijk heeft aanvaard.

      7. Ook wanneer reeds een pensioen van een Oostenrijkse pensioenverzekeringsinstantie werd ontvangen, kan de afkoopsom nog worden overgedragen. In dat geval leidt de overdracht tot terugbetaling van alle bedragen die sedert het ingaan van het pensioen zijn ontvangen, te vermeerderen met 3,5 % rente, of tot verrekening van dit bedrag met het over te dragen bedrag.

    3. De betrokkenen wordt erop gewezen dat zij, alvorens zij (na ontvangst van het voorstel van de administratie) een beslissing nemen in verband met de overdracht van de pensioenrechten, aandacht moeten besteden aan de volgende punten:

      Met de overdracht vervallen alle pensioenrechten waarop voor de betrokken perioden bij de Oostenrijkse pensioenverzekeringsinstantie aanspraak kon worden gemaakt. Pensioenrechten die zijn verworven na de indiensttreding bij de Gemeenschappen (bv. door betaling van vrijwillige bijdragen, enz.) blijven onverlet. Op verzoek van de verzekerde kunnen zij evenwel overeenkomstig artikel 9, leden 1 en 2, van de EUB-SVG worden terugbetaald.

      Ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zich op het ogenblik van de indiening van het verzoek nog in een Oostenrijks niet aan een pensioenstelsel onderworpen dienstverband als federaal ambtenaar of als leraar van een Land bevinden, worden bij de goedkeuring en uitvoering van de overdracht volgens de wet uit dit dienstverband ontslagen. (artikel 2 e.v. EU-Beamten-Sozialversicherungsgesetz - EUB-SVG).

      Overdracht overeenkomstig artikel 11, lid 1, van bijlage VIII van het Statuut

      Bij overdracht van de actuariële tegenwaarde van de bij de Gemeenschappen verworven pensioenrechten, komen deze rechten met terugwerkende kracht te vervallen. Pensioenen die eventueel reeds zijn uitgekeerd, moeten aan de administratie van de Gemeenschappen worden terugbetaald. Dit geldt niet voor tijdelijk uitgekeerde invaliditeitspensioenen, wanneer de ambtenaar later zijn werkzaamheden heeft hervat.


ADRESSEN VAN DE BEVOEGDE DIENSTEN
Voor nadere inlichtingen:

1. COMMISSIE

IX.B.6 "Overdracht van pensioenenrechten" - Brussel L86-02/03


de heer BRAUN Tel. (2)296.78.91
Mevrouw FIEDLER Tel. (2)299.18.44
Mevrouw COBUT Tel. (2)295.60.81


2. RAAD

Directoraat "Personeel en administratie"
Dienst "Pensioenen" Brussel, L175-0370.FK.50


Mevrouw BROKMANN Tel. (2)285.61.56
Mevrouw CAMPOS Tel. (2)285.72.81
De heer POURBAIX Tel. (2)285.66.68


3. ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ/COMITÉ VAN DE REGIO'S

Directoraat "Administratie, personeel en financiën"
Afdeling "Aanwervingen en personeelsbeleid"
Brussel, Ravensteinstraat 2


Mevrouw HERCZ Tel. (2)546.92.47
De heer LUX Tel. (2)546.90.26


4. PARLEMENT

Dienst "Pensioenen van ambtenaren, pensioenen en verzekeringen van de leden"
Luxemburg, BAK 02/67


Mevrouw CRUZ DIAS Tel. (352)4300.24193
De heer HANS-DIETRICH ROSSOW Tel. (352)4300.27085


5. HOF VAN JUSTITIE

Afdeling "Personeelszaken"
Sectie B: Statutaire rechten, sociale zaken en pensioenen
Bd. K. Adenauer 100, Kirchberg - Luxembourg


Mevrouw WAGNER Tel. (352)4303.3666
Mevrouw SCHINDLBECK Tel. (352)4303.3665


6. REKENKAMER

Afdeling "Personeelszaken"
12, rue A. de Gasperi, Kirchberg - Luxembourg


De heer APEL Tel. (352)4398.45635
Mevrouw HAY Tel. (352)4398.45627

Sommaire  
Auteur : Direction générale du personnel et de l'administration
Editeur : Direction générale du personnel et de l'administration
Unité ateliers de reproduction

Page créée le 14/03/99 14:36:41, dernière modification le 23/03/99 12:00:00