>>es | da | de | el | en | fr | it | nl | pt | fi | sv  N° 12-2005 / 15.02.2005
 

Gemeenschappelijke regeling inzake de overmaking van een deel van de inkomsten van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen

DE INSTELLING (1)

gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68(2) , en laatstelijk gewijzigd bij verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004(3) en met name op artikel 17 van bijlage VII van het statuut en de artikelen 27 en 92 van de regeling,

na raadpleging van het Comité voor het statuut,

gezien de onderlinge overeenstemming tussen de instellingen van de Europese Gemeenschappen,

overwegende hetgeen volgt:

De instellingen van de Europese Gemeenschappen moeten in onderlinge overeenstemming de voorwaarden vaststellen waaronder een deel van de inkomsten van de ambtenaren kan worden overgemaakt,

BESLUIT:

Artikel 1

Op grond van artikel 17, lid 2, van bijlage VII van het statuut worden als uitgaven die overmakingen van een deel van de inkomsten van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen rechtvaardigen, beschouwd:

  • Schoolkosten van kinderen die recht geven op kindertoelage in de zin van het statuut:

    Na toekenning van de schooltoelage kan de ambtenaar een bedrag laten overmaken dat maximaal gelijk is aan het uit hoofde van die toelage ontvangen bedrag. De ambtenaar moet zijn verzoek om overmaking jaarlijks vernieuwen in de maand oktober van het lopende schooljaar. De overmaking wordt na de maand oktober van het lopende jaar niet verlengd, als de ambtenaar voor het kind geen verzoek om toekenning van de schooltoelage heeft ingediend, die de overmaking rechtvaardigt.

    Om in aanmerking te komen voor deze overmaking mag het kind niet naar school gaan in de standplaats of de woonplaats van de ambtenaar. Het bedrag wordt overgemaakt naar een bankrekening in de lidstaat waar het kind studeert. Wanneer het kind deelneemt aan een uitwisseling of een tijdelijke opleiding volgt in een instelling die is gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van de instelling van oorsprong, wordt de overmaking onderbroken of verricht naar de lidstaat van uitwisseling onder gebruikmaking van de aanpassingscoëfficiënt van deze lidstaat van uitwisseling.

    Correspondentieonderwijs geeft geen recht op overmaking naar de lidstaat waar zich het onderwijsinstituut bevindt.

    De houder van de bankrekening waarop het overgemaakte bedrag wordt gestort, moet de ambtenaar zijn dan wel het kind waarvoor de schooltoelage is toegekend.
     
  • Verplichtingen uit hoofde van een uitspraak van de rechter of van de bevoegde administratieve autoriteit
    De verplichtingen die dit soort overmakingen rechtvaardigen, zijn gezinsverplichtingen met betrekking tot personen die in de betrokken lidstaat verblijven en ten aanzien van wie de ambtenaar aantoonbaar verplichtingen heeft uit hoofde van een uitspraak van de rechter of van de bevoegde administratieve autoriteit.
    De bedragen moeten worden overgemaakt naar een bankrekening van de lidstaat van verblijf van de personen ten aanzien van wie de ambtenaar verplichtingen heeft ; de houder van deze bankrekening is de ambtenaar zelf of de persoon aan wie het bedrag wordt overgemaakt.

Artikel 2

Het verzoek om de in artikel 17 van bijlage VII van het statuut bedoelde overmakingen te doen verrichten, moet schriftelijk worden ingediend. Het geldt voor een periode van ten minste zes maanden, behoudens schriftelijke opzegging door de ambtenaar telkens stilzwijgend met zes maanden verlengbaar.

Indien zich tijdens deze periode een wijziging in de bezoldiging voordoet, dan wel een verandering in de situatie die de overmaking rechtvaardigt, kan de overmaking op verzoek van de ambtenaar worden beëindigd of gewijzigd.

De verzoeken om overmaking alsmede de verzoeken om wijziging of beëindiging daarvan worden ten laatste van kracht vanaf de tweede maand volgende op die van het verzoek dat vergezeld moet gaan van alle vereiste documenten (bewijsstukken en bankgegevens).

Het verzoek om overmaking naar het buitenland kan in geen geval terugwerkende kracht hebben.

Artikel 3

De instelling gaat regelmatig na of nog altijd wordt voldaan aan de voorwaarden voor de machtiging tot overmaking. Zij kan in dit kader de overlegging verlangen van elk bewijsstuk dat zij nuttig acht. Zij staakt de overmakingen wanneer zij constateert dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die de toekenning van de overmaking hebben gerechtvaardigd of wanneer de ambtenaar niet de gevraagde bewijsstukken overlegt. Dergelijke verificaties kunnen aanleiding geven tot toepassing van artikel 85 van het statuut.

De krachtens artikel 17 van bijlage VII van het statuut overgemaakte bedragen worden uitsluitend gestort op bankrekeningen, geopend bij een financiële instelling die op het grondgebied van de Gemeenschap is gevestigd. Deze betalingen geschieden in de valuta van de lidstaat waarnaar de overmaking wordt verricht.

De in het kader van deze regeling overgemaakte bedragen worden gestort op een enkele bankrekening per type overmaking en begunstigde.

Artikel 4

Salarisverhogingen met terugwerkende kracht, en met name salariswijzigingen als gevolg van een bevordering, een herindeling of een verandering in de gezinssituatie, kunnen geen aanleiding geven tot wijzigingen met terugwerkende kracht van het overgemaakte bedrag.

De wijziging van de in artikel 17, lid 3, van bijlage VII van het statuut bedoelde wisselkoersen of aanpassingscoëfficiënten leidt niet tot aanpassing met terugwerkende kracht van de tegenwaarde van de overgemaakte bedragen.

Artikel 5

Deze regeling is naar analogie van toepassing op de tijdelijke functionarissen en de arbeidscontractanten.

Artikel 6

Het bij de berekening van de salarissen van de maand april 2004 vastgestelde totaalbedrag van de overmakingen zal niet worden geïndexeerd ten opzichte van de salarisverhogingen die tussen 1 mei 2004 en 31 december 2008 kunnen plaatsvinden.

Wanneer dit bedrag door verscheidene bewijselementen wordt bepaald, zal elk van deze elementen afzonderlijk in beschouwing worden genomen. Ingeval een van deze elementen de overmaking niet meer rechtvaardigt, zal het overgangsbedrag dienovereenkomstig worden verlaagd.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin door de voorzitter van het Hof van Justitie is geconstateerd dat er sprake is van onderling overleg tussen de instellingen als bedoeld in artikel 17, lid 2, van bijlage VII van het statuut. Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

De regeling inzake de overmaking van een deel van de inkomsten van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, die op 1 januari 1980 in werking is getreden en op 1 april 1979 van kracht is geworden, wordt door deze regeling ingetrokken en vervangen.


_________________
FOOTNOTES

(1) Deze regeling werd vastgesteld door alle instellingen: de onderlinge overeenstemming werd geconstateerd door de president van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op 13.12.2004.

(2) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

(3) PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1.
 

top

   Author: ADMIN B1